dinsdag 18 december 2007

Mijn Dodencel

Bedompt, beton, kil en eng, zonder ramen, schemerig, klein, 2 meter breed, 3 meter lang en 2,50 meter hoog…
Met slechts die traliedeur en een verhoging in de vloer.
In het 1 meter brede deel voor de traliedeur staan militairen ons schaamteloos te intimideren en voor te bereiden op wat komen gaat…

Slechts in mijn onderbroek gekleed zoek ik een plek om even alleen te zijn, om met opgetrokken knieën bevend van angst en onzekerheid de dingen af te wachten.
We zitten vanaf 04:00 uur met 11 mensen in deze cel. Een paar zijn al om 02:00 uur binnengebracht. De 5 andere zitten in een cel in de kazerne van de MP naast Devil.
Met 11 onschuldige mannen in deze Dodencel. Je bent niet alleen, en toch verschrikkelijk eenzaam.

Als tegen 08:00 uur 2 van ons worden weggehaald wordt de spanning ondraaglijk. Mijn jockey kan de dunne ontlasting niet meer tegenhouden.
De mengeling van onze angstgeuren in die bedompte Dodencel weegt niet op tegen die ondraaglijke afgrijselijke angst.
Enkele doffe klappen klinken door het Fort. En weer een serie van die schoten. Bap Bap bap bap bap… Klopt wat die militaire bewakers voor de traliedeur zeggen dus toch???

Er wordt weer iemand gesommeerd op te staan en mee te komen. Men probeert elkaar te beschermen door zo dicht mogelijk tegen elkaar aan te kruipen in een uiterste hoek van die Dodencel.
Met grof geweld worden we met een geweerkolf uit elkaar geslagen. Bloed spat uit enkele monden en van gezichten. Het geweld houdt niet op. Er wordt ingeslagen op weerloze mannen die kreunen van de pijn. Een elleboog kraakt, en op barbaarse wijze wordt er nagetrapt.
Opnieuw klinken de salvo’s uit meerdere wapens. En weer keert de opgehaalde niet terug.

Wat heb je gewonnen als je de macht, het land hebt veroverd, maar je ziel hebt verloren???
Enkelen proberen hun stijve en soms stukgeslagen armen en benen in beweging te houden. Een ander probeert ons te helpen de kalmte te bewaren: ‘Beweeg je armen vanuit de schouders, dat helpt… probeer te bidden…’

Maar als die traliedeur weer opengaat blijkt dit tevergeefs. Hoe kun je in Godsnaam kalm blijven, nu steeds duidelijker wordt dat we dit niet zullen overleven? En langzaam wordt dit besef sterker. De eerste onzekerheid en angsten maken plaats voor een dodelijk besef:
Ik ben straks aan de beurt.

Ik begin te gissen naar wat zich kan afspelen nadat ik ben opgehaald. Word ik straks geofferd aan die hysterisch gillende militairen? Je kunt ze horen gillen en krijsen, als dolle honden in een donkere nacht. Als aasgieren. Slechts dood, verderf en andere barbaarse grofheden vormen hun vocabulaire.

Kom ik te staan voor een vuurpeloton? Krijg ik een zak over mijn hoofd? Zal het snel afgelopen zijn?
Hoe zal het straks zijn? Zie ik die andere lotgenoten, inmiddels van levend mens tot dood lichaam geschoten, nog terug?
Het maakt mij niet meer uit…
Laat het dan nu maar gebeuren. Laat de bevrijding maar snel komen. Vanaf 03:00 uur zit ik hier al.

Als de volgende wordt opgehaald dring ik naar voren: ‘Neem mij maar mee... alstublieft???’
Als het toch moet, doe het dan nu maar. Helaas, er wordt een ander afgevoerd door de bloeddorstige beulen. Ik vraag nog om water, iets om te drinken, maar de vraag wordt weggehoond. ‘Jullie zijn straks dood, je hebt geen water meer nodig.’

Andere militairen kijken grinnikend en treiterend toe. Zichtbaar genietend van het resultaat van hun daden: een hoopje mensen, besmeurd met bloed, zweet, tranen, zich verbergend in hun eigen afscheidingen en urine, in een ondraaglijke stank.
Mijn Dodencel..... Als die muren het maar konden navertellen, het lijden in die uren op 8 december 1982…

Als er weer een lotgenoot wordt opgehaald en enkelen om uitleg vragen, wordt opnieuw de kolf van het geweer gehanteerd. Grof wordt het zwaarste geweld op weerloze gevangenen toegepast. Nieuwe verwondingen, vers bloed… gekreun en pijn… Hoeveel kan een mens nog hebben?

Het verlangen naar bevrijding neemt toe. In Godsnaam, laat het snel voorbij zijn. Een enkeling is hardop in gebed.
Ik betrap mezelf er nu op afscheid te nemen van dit leven. Plots ben ik mij bewust van mijn ouders, broers en zusjes, oma, opa… Ik zeg in gedachten gedag tegen mijn vrouw en geef mijn kinderen een brazzá. Ik groet mijn vriendin. De film van mijn gezin, familie, vrienden, …van mijn leven.
Voor het eerst na uren voel ik ontspanning. Kan ik mij vrijmaken van de angst.

De eerste onzekerheid van de vroege ochtenduren heeft plaats gemaakt voor zekerheid. Het is goed zo. Mijn eigen film trekt nu aan mij voorbij… Ik heb fouten gemaakt, maar dít heb ik goed gedaan. Ik heb er geen spijt van dat ik mij kritisch heb uitgelaten tegen de misstanden in ons land. En dat ik hen met lef en met overtuiging heb bestreden.

Ik voel nu de ontspanning in mijn rug, in mijn schouders.
Oké, de wonden doen wel pijn. De scheur in mijn wang en de kapotte elleboog kan ik niet helemaal wegdenken.
Maar ik ben tevreden. De bevrijding is nabij. Ik vertrouw erop dat ze deze barbaarsheid niet kunnen volhouden. Dat Suriname dit niet zal accepteren. Dat Suriname zal overwinnen.
...

Geen marteling en geen Dodencel zal mij breken! Ik denk nog heel even aan de aanstaande kogels die mij te wachten staan.
Ik ben er klaar voor…!
De traliedeur gaat weer open… Ik hoor mijn naam roepen…
Vrij van angst, met een rechte rug, trots en met hartstocht voor mijn land, verlaat ik de Dodencel en maak ik mijn gang naar bevrijding…


Ik ben er trots op geselecteerd te zijn om te worden vermoord, want ik ben ter dood veroordeeld:
* Voor Mijn hartstocht en liefde voor ons land
* Omdat ik het lef heb getoond voor mijn mening uit te komen
* Voor mijn overtuiging dat iedere burger in Suriname het grondwettelijk recht heeft op leven, op democratie, op vrije meningsuiting, op een rechtsstaat!!!



Ik ben democraat, idealist en ik heb lef… Geen idee waar ik eindig, maar ik ben onderweg…”

* * *


Dit is wat deze 15 mannen bindt

Zij zijn door het regime geselecteerd om ter dood te worden gebracht omdat zij zich onderscheidden met:
* Hun hartstocht voor hun land
* Het hebben van lef om voor hun oprechte mening op te komen
* Hun overtuiging van het recht op democratie
* Hun diep ontwikkeld gevoel voor rechtsgevoel en rechtstaat
* Hun liefde voor land en samenleving
En het zijn juist deze kenmerken welke door ons, samenleving in Suriname, als hun legacy, hun nalatenschap moet worden gekoesterd en overgedragen.

Er is 25 jaar gestreden om tot een proces te komen…
Dat proces is nu begonnen. De komende maanden zullen wij met vertrouwen de Rechterlijke Macht haar werk laten doen. Wij zullen vertrouwen moeten hebben in een correcte rechtsgang, zoals het een volwassen rechtsstaat betaamt.
De uitspraak kan twee kanten op gaan: een veroordeling of vrijspraak. Welke het ook moge zijn, wij zullen daarin moeten berusten, want ook dat past in een volwassen democratie en rechtsstaat.

Hoewel het nog vele maanden zal duren en nog veel emoties zal losmaken, zullen wij als nabestaanden en vrienden, ons moeten neerleggen bij welke afloop dan ook.
Zijn we nu dan klaar? Neen!!!
Ging het de afgelopen 27 jaar enkel om het schenden van mensenrechten? Neen!!!

Een ander kenmerk van deze periode is de verlamming waarin de gehele samenleving terecht is gekomen.
De realiteit is ook dat de politiekvoering is verkrampt doordat een politieke partij wordt geleid door de hoofdverdachte van mensenrechtenschendingen. Dit gebeurt in de periode wanneer opnieuw stappen worden genomen om de fragiele democratie nieuw leven in te blazen. Hoe kan een jonge democratie zich op een gezonde wijze ontwikkelen wanneer er verdachten van moord actief zijn met het besturen van het land?

Immers de politieke integriteit van elke andere politicus staat ter discussie bij iedere vorm van samenwerking of zelfs op het niveau van zitting nemen in commissies…
Vermeende daders hebben zich politiek verschanst en hebben daarmee ook de politieke integriteit in deze samenleving ter discussie gesteld: Politieke keuzes worden de laatste 20 jaar niet meer gemaakt langs etnische of politiek ideologische lijnen, maar op basis van voor of tegen de voormalige militaire leiders.

Deze wanorde in politiek en samenleving is een belangrijke oorzaak voor het afzakken van normbesef en waarden tot een dieptepunt: Jonge Surinamers vinden in hun huidige leiders niet de Rolmodellen terug die zij zoeken, die zij nodig hebben.
Soms is dat omdat die leider verre van de voorbeeldfunctie vandaan is, en veel vaker aangezien er een verkeerde beïnvloeding plaatsvindt.

Jongeren zijn kwetsbaar.
Gisteren en vanmorgen nog hebben wij in de pers opnieuw voorbeelden kunnen vernemen van deze verkramping, wanneer een politicus van een grote partij, de regering beschuldigd van moordaanslagen te beramen, of wanneer een religieuze leider de barbaarse periode bagatelliseert, oproept tot loslaten en nabestaande beschuldigd van rancuneuze handelingen.

Meneer de Bisschop: door standrechtelijke executies te rechtvaardigen behoort u tot de gifmengers in deze samenleving die een positieve ontwikkeling van jongeren niet dienen, een integere religieuze beleving en de Schepper niet dienen.
Zo kan een samenleving zich niet ontwikkelen. Natuurlijk is de reden helder: Vele Scenario’s worden bedacht, geschreven en gepresenteerd met als doel zich niet te hoeven verantwoorden. En intussen lijkt alles geoorloofd te zijn, tot en met het bedreigen en beschuldigen van regering en van burgers.

Dit kunnen en mogen wij niet langer tolereren. Wij zullen nu lef en hartstocht voor ons land en onze jongeren moeten tonen.
Jonge mensen zijn op zoek naar inspiratie en ervaren dagelijks het tegendeel. Een van de gevolgen hiervan is, dat zij hun eigen weg gaan, soms een goede, helaas vaak de verkeerde.
Wij volwassenen, ouderen van dit land, vertwijfelt geraakt in de afgelopen 27 jaar, zullen nu de volgende stap moeten zetten…
Terwijl het rechtsproces voortgang vindt, gaat het echte werk beginnen.
Deze opdracht aan ons is mogelijk nog lastiger dan de eerste, die van het afdwingen van een rechtszaak.

Deze nieuwe taak is daarom veel lastiger, aangezien het over ons zelf gaat. Nu is het niet meer kijken naar en de vinger wijzen naar mogelijke daders van moord, maar nu is het met jezelf in gesprek gaan: Hoe kan ik een inspirerende rolmodel worden voor jong Suriname.
Nu zal het gaan om het terugbrengen van normbesef en waarden bij de nationale assemblee, de regering, leiders en politici, leiders in het bedrijfsleven, onderwijs instituten, enz. enz., maar ook als deelnemer in het verkeer, bij het nuttigen van alcohol, enz. als echtgenoot en partner thuis, als vader en moeder…in iedere denkbare rol.

De jonge Surinamer zal anders met ons afrekenen…
U bent het Surinaams Ouderschap waard of juist niet. Naar U luister ik wel en naar die anderen niet! U heeft een voorbeeldfunctie, maar helaas zij niet. Voor U heb ik respect, helaas voor u niet…
De legacy van de 15 gevallen mannen is juist dit: Herstel van de rechtsstaat is 1 ding, maar herstel van Normbesef, Waarden en onderling Respect is het grotere ding.


Dames en heren, in de eigen spiegel kijken doet pijn, maar besef dat op vele momenten, elke dag weer, uw kinderen en de kinderen van dit land uw spiegelbeeld ook zien.

8 December zou voortaan gevierd moeten worden als de dag van vernieuwing.

‘Met gebalde vuist is het moeilijk iemand de hand te schudden’ zei Indira Gandhi.

In Suriname zal de gebalde en verkrampte vuist vanaf vandaag worden vervangen door een uitgestoken hand, een Open Hand.

...

Het is nu de hoogste tijd om verder te gaan met de nalatenschap van de 15 helden van Suriname, want ondanks de Martelingen en de Moord is hun hartstocht, lef en normbesef nog altijd Springlevend...

Op 8 december 2007 gelezen door Henri Behr in de Alfonsius Kerk te Paramaribo & Pascale Behr in de Mozes en Aäronkerk te Amsterdam

Lees ook: 'Domme trots of diepe schaamte?'

Amsterdams Venster

Geen opmerkingen: